Gabbro's uit eigen collectie
Wat valt op aan de gabbro’s
-
Ze zijn licht metamorf
-
Hebben vergroening
-
Zijn vaak magnetisch
-
bevatten heel vaak olivijn
-
Hebben zoomvorming tussen olivijn en plagioklaas en om pyroxeen
-
Ze bevatten donkere plagioklaas
-
Zijn pegmatitisch
-
en dit vaak in combinatie
-
Er zijn ongeveer 40 stenen onderzocht:
-
die zijn gezaagd, geslepen en gepolijst.
-
De zaagkapjes gaan naar Jan Langendoen, die slijpplaatjes maakt.
-
Er is nog veel onderhanden werk en nog ruim 200 in de kelder.
-
Eerste conclusies:
-
Weinig echte, gave gabbro’s “volgens het boekje”
-
Erg moeilijk om aan de buitenkant een correcte determinatie te doen, anders dan “het is een gabbro of metagabbro”
-
Altijd gepolijst oppervlak of slijpplaatje nodig
-
Pas onder microscoop zijn de kenmerken goed zichtbaar
Wat valt op aan de gabbro’s
-
Licht metamorf
-
Vergroening
-
Vaak magnetisch
-
Bevatten heel vaak olivijn
-
Zoomvorming
–Tussen olivijn en plagioklaas
–Om pyroxeen
-
Donkere plagioklaas
-
Pegmatitisch
-
Vaak in combinatie
-
Groot deel van de onderzochte stenen is licht metamorf
-
Vaak niet zichtbaar aan de buitenkant
-
Slijpplaatje laat omzetting zien:
–Aangetaste plagioklaas en pyroxeen
–Olivijn omgezet of uitverweerd
–Omzetting, zoomvorming om pyroxeen
-
Vaak veel erts en vaak magnetisch
-
Eerste vage groenkleuring
-
Oorspronkelijke textuur en mineralen nog herkenbaar
-
Benoemen als “Metagabbro”
–Svecofennische orogenese 2000-1750 M.j.
– Zuidwestelijk Scandinavische Domein (SWSD) 1750-1500 M.j.
–Sveconorwegische orogenese, vanaf 1000 M.j.
–Oslogebied rond +/- 300 M.j
–Vulkanisch Zuid-Zweden ruwweg 100 – 150 M.j
Omzetting postmagmatisch, gevolg van tijd of van plaatselijke lichte en / of korte toename van P/T
Steen 1955 Metagabbro gepolijst
-
Laaggradige metamorfose, eerste omzetting richting groenschistfacies
-
Duitse Schrijvers Maresch/Schertl/Medenbach (Gesteine, uitgave 2016) noemen dit een voorfase van de groenschist-facies oftewel “subgrunschieferfacies”, bij ongeveer 4kbar en 200-250C en 15km diepte.
-
Groenkleur resultaat van omzetting van plagioklaas en pyroxeen en de vorming van chloriet, epidoot en aktinoliet.
-
Ca gaat uit de plagioklaas waardoor deze meer naar de Na rijke soort gaat (kleurt wittig, albiet)
Omzetting plagioklaas (in basalt)
Steen 2362, afmeting 2 x 3 cm - Vergroening (2)
-
Veel van de onderzochte gabbro’s bevatten erts
-
Spiegelend op gepolijst oppervlak, opaak (isotroop) in slijpplaatje
-
Heel vaak magnetiet (spinelgroep)
-
Het mineraal magnetietis een oxide van ijzer met valenties 2+ en 3+. De chemische formule luidt Fe2+2Fe3+O4
-
Soms zo magnetisch dat de magneet blijft hangen aan de steen
Deels magmatisch van oorsprong, deels door omzetting bijv. door serpentinisatie van olivijn, of metasomatose
Steen 2176, steen = 8 x 10 cm
-
Herkomstgebieden van scandinavische gabbro’s zijn wel bekend, zie geologische kaarten.
-
Voorkomens van magnetiet-erts en magnetietrijke gabbro’s zijn wel bekend, oa:
– C.Maijer (GEA 1994) noemt intrusieve gabbro’s in Bamble gebied, rijk aan ijzer, in relatie tot mijnbouw en ertswinning waaronder magnetiet-ertsen.
– IJzerertsgebied van Kiruna
– Magneto-gabbro’s veroorzaken kompas afwijkingen (2e WO)
– Tussen plagioklaas en olivijn
– In / om pyroxeen
-
Postmagmatisch of hydrothermale oorzaak of toename P/T.
-
Bij afkoeling en drukafname minder stabiel
-
Reactieranden, corona’s, zoomvorming
Zoomvorming tussen Plagioklaas en Olivijn
-
Zoomvorming tussen plagioklaas en olivijn
-
Postmagmatisch oorzaak:
– Bij afkoeling en drukafname wordt olivijn en plagioklaas met hoog An% minder stabiel
-
Zoom bestaat uit binnen- en buitenzoom
– Binnenzoom Opx
– Buitenzoom Amfibool
– Vaak ook magnetiet ertussen, als bijproduct
Steen 1421, 5/12 Weissenhaus Slpl. 5/12-18A. Gepolijst oppervlak
Afmetingen steen 1421: 5 x 8 cm
Steen 1421. Microscoop opname 4 x 2,6 mm, 65x vergroot. Kern olivijn, zoom van orthopyroxeen en amfibool. Verder granaat en magnetiet
1351, 5/11 Katharinenhof. Olivijn-gabbro buitenkant. Afmeting steen 1351: 13 x 7 cm